Vandaag mag ik voor het eerst weer naar buiten en kan ik dat ook. Natuurlijk probeerde ik het al eerder deze week en niet dat ik er een bekeuring voor kreeg, maar t kwam me toch duur te staan. Op eindeloze hoestaanvallen midden in de nacht onder andere.
Waarschijnlijk ondermijnde ik daarmee ook mijn helingsproces, hetwelk hierdoor vertraging opliep. Gisteren was alles op : de overgave, het geduld, de mildheid, de dankbaarheid.. ik kon alleen nog maar SNOL! SNOL! roepen. Dat laatste in de richting van een niets vermoedende, zelfs enigszins behulpzame ambtenares, die helaas niet is uitgerust met empathie. Dus dan dacht ik weer een poosje : ‘zij meent dat niet persoonlijk, zij doet gewoon haar werk, zij kan ook niet weten dat ik ziek ben, zij is ook maar een mens ‘enz. en dan ineens weer SNOL! SNOL!
Ik moest dus echt vroeg naar bed. Tot mijn grote vreugde kwam er van slapen daadwerkelijk iets terecht. De afgelopen week heb ik elke nacht getobt met doorweekte shirtjes en lakens (ik had torenhoge koorts) en hoestaanvallen, vannacht was het plotseling uren later en licht toen ik mijn ogen weer opendeed.
Het was een plezierige hereniging met het aardse leven : de zon scheen op mijn gezicht en ik ervoer aangename tintels, i.p.v. de doffe pijn in mijn spieren en het geloei in mijn oren waar ik al bijna aan gewend was. Opgetogen dan ook aan de dag begonnen en mij verheugd aan een wandeling door de stad gewaagd.
Daar blijkt dat mijn voorraadje energie nog wel wat dun is. Na vrijwel ondersteboven gelopen te zijn door brullende jongens zelfs helemaal op. Ik beland in een rij bij de drogist. Voor mij staat een vrouwtje op leeftijd uit de categorie die mijn vroegere ik ‘fatsoensrakker’ zou hebben genoemd.
-Vraagt U wat een fatsoensrakker is? Ik dacht dat dat vanzelf sprak! Enfin, meestal zijn het mannen. Je herkent ze aan hun misprijzende uitstraling, let op de naar beneden wijzende mondhoeken. Ze hebben meestal van dat rechte haar en bijvoorbeeld een sjaaltje om waar minuten lang op is geknutseld om het zo te laten zitten als het zit. Er zit geen vlek op de kleding van de fatsoensrakker. Verder is hij/zij te herkennen aan de alerte blik. Hij/zij weet namelijk hoe het hoort en verdenkt de rest van de mensheid ervan dat minder te weten, of minder belangrijk te vinden. Mocht U een misstap begaan onder de ogen van een fatsoensrakker, dan kunt U er zeker van zijn dat U daarop wordt aangesproken, op sterk afkeurende wijze.-
Maar nu ben ik opnieuw geboren. Ineens zie ik de kwetsbaarheid van het oorlelletje en nekje van de mevrouw. En in plaats van haar met mijn mentale verzet te torpederen stuur ik haar alle liefde en geruststelling die ik in mijn hart kan vinden. Dat is steeds meer, als de stroom eenmaal op gang is. Gelukkig is de rij best lang. Als ze aan de beurt is breekt het gezicht van de kassajuffrouw open in een stralende glimlach. De mevrouw heeft zich vergist, maar dat geeft helemaal niks, dat is ook heel voorstelbaar en ze is de enige niet, enfin, de mevrouw is een prinses in plaats van een zure taart en daar gaat ze van lachen. Hetgeen een sprongetje in mijn hart teweeg brengt.
Wauw, dat is pas toveren! Dit ga ik vaker doen, wat wordt het mooi dan, alles.