Monthly Archives: November 2014

Noodrem

Het is me een raadsel waarom mensen die geen columnist zijn ergernissen sparen. Als je stukjes schrijft kun je er niet buiten, een fijne ergernis wakkert onmiddellijk het vuur der inspiratie aan. Wanneer je dan, al schrijvende, verlekkerd vilein uithaalt naar de bron van je toorn, kom je aan het eind toch meestal weer bij jezelf terecht. Eind goed, al goed : ergernis opgelost, mensen vermaakt en ook nog een beetje wijzer geworden…. Op die manier zijn ergernissen reuze nuttig.

Maar waarom wentelen mensen die niet schrijven zich in ongenoegens? En delen ze die dan ook nog graag met anderen? Beleeft de mens of de toehoorden plezier aan de moppers? Dat niet. Krijgt hij er dan iets voor? Liefde? Erkenning? Een financiële tegemoetkoming? Een heleboel geluk ter compensatie? Nee, juist niet!! De focus op narigheid trekt meer narigheid aan, dat is algemeen bekend. Misschien niet eens in objectieve zin, maar de fixatie op pech maakt dat de verongenoegde eventuele aangenaamheden niet eens opmerkt. Op deze manier treedt de wet van Murphy in werking. Voorbeeld?

Er was een bommelding op het station van Utrecht, om 19.30 ‘s avonds. De naweeën van deze calamiteit zijn nog tot halverwege de nacht na te voelen, tot ver buiten de randstad. In Arnhem stap ik in een trein, tezamen met een dozijn O.V. slachtoffers, qua gemoedstoestand variërend van verongelijkt tot in blinde paniek en alles daartussen. De conducteur voelt de bui hangen en sluit zich op in zijn privéhokje. In mijn coupé zitten twee geagiteerde dames op leeftijd. Ze kwetteren onafgebroken hun misnoegens tegen elkaar, beide tegelijk, zodat ik de enige luisteraar ben. De verbale aantijgingen gaan door, ook als ze opstaan en postvatten bij de deur, lang voor station Velp. Gezamenlijk staan ze aan de spoorzijde achter het glas. De trein mindert vaart en stopt. “Station Velp” klinkt het door de luidspreker. De kordaatste van de dames drukt ferm op de gele knop. Er gebeurt niets. Ze drukt op de blauwe. Nog niets. Nu drukt ze 10, 12, 18 keer driftig op beide knoppen, zonder enig resultaat. “Druk jij eens?!” vraagt ze haar vriendin. Die drukt ook. Vaak en hard.. De dames worden bozer. Dan zet de trein zich weer in beweging. “Wel heb je ooit!” Het oudste dametje spreekt nu op luide toon.”Dit geloof je toch niet?!!” De ander meent :”Dit pikken we niet.” en ze begeeft zich naar de noodrem. Van lieverlee zijn de overige reizigers opgehouden met mokken en hangen over de leuningen van hun stoel om te zien of ze het echt zal doen. Ze doet het. De trein komt abrupt tot stilstand. De conducteur moet komen. Hij moet door de haag van boze reizigers deze zoveelste vertraging van vandaag komen oplossen. De dames uitleggen dat ze er wel uit hadden gekund, in Velp, maar aan de andere kant, aan de perronzijde. De dames willen dat de trein terug zal gaan. In plaats daarvan krijgen ze een bekeuring. Volgens mij kunnen ze beter zelf gaan schrijven.

Ontheiliging

Ach, die zwarte-pietendiscussie, dat is zooo 2013! Laten we het eens over de goede sint hebben. Acrobaten zijn drie weken per jaar verzekerd van werk, dus ik heb in de 25 jaar dat ik aan acrobatiek doe al meer dan 100 sinten van dichtbij meegemaakt. Uit ervaring weet ik dat de kwaliteit zeer wisselend is. Ik vind een goede sint nogal belangrijk, dus ik screen ze onwillekeurig het hele jaar door. De stem is belangrijk, het postuur, de schoenen, maar het voornaamste kenmerk van de sint is toch zijn vriendelijke waardigheid.

Kom daar nog s om, vandaag de dag! Veel van mijn  sinten waren voorzitter van de plaatselijke winkeliersvereniging. De middenstandsmentaliteit die daarmee gepaard schijnt te gaan is ook na het omhijsen van de tabberd niet geheel verdwenen. Tot mijn afgrijzen zag ik eens zo’n onwaardige nepperd een frikandel speciaal in zijn baard stoppen, nou vraag ik je! En dan straks met kindjes op schoot naar uien en mayonaise stinken, nee, zo gaat dat niet. Sinterklaas eet niet. Of, als het echt moet, een boterham met een plakje kaas erop, met mes en vork. Grofgebekte sinterklazen met een achterbuurtaccent zijn ook uit den boze. Door het jaar heen mag ik zulks graag horen, maar niet uit de mond van sinterklaas, alsjeblieft zeg.

De sint hoort erudiet en welbespraakt te zijn, hij is een goedheiligman immers. Een goede sint beschikt over een genuanceerde, oordeelloze woordenschat. “Krijg de pleuris, rot op met die kutkar”,  zoals Sint Nicolaas in Amsterdam vorig jaar brulde, hoort niet in het vocabulaire van een zichzelf respecterende goedheiligman. Zo denk ik erover, En als U het niet met mij eens bent, ga ik gaarne de discussie met U aan.

Maar zoals alles waar we niet op tijd een halt toe roepen neemt de sintontwaarding hand over hand toe. In de Julianastraat alhier stonden vanmorgen twee jeugdige sinterklazen met gekruiste staffen, gelijk degens, elkaar vriendschappelijk naar het leven. : Kléng, kláng” sloegen de degens tegen elkaar, iets waar jongetjes lol aan beleven. De mijter van de één zat scheef over zijn oor, de mantel van de ander had een scheur opgelopen in  het gevecht. Op de vraag van de buurman of ze geen baarden nodig hadden antwoordden zij eensgezind :”Nee, want wij zijn pas tien!” Mijn zwartepietenhart verbleekte ervan.

To all my relations

Tijdens mijn studie sjamanisme ontdekte ik hoe diep verwant wij zijn aan alles. Vooral aan alles buiten. Stenen bijvoorbeeld zijn onze allereerste voorouders. Een docent droeg me eens op om me voor te stellen hoe de steen zo geworden is en waar hij vandaan is gekomen. Sindsdien bekijk ik stenen met andere ogen. Er zijn er inmiddels een heleboel in mijn huis, waarmee ik, vervuld van eerbied, regelmatig spreek.

Het spreekt vanzelf dat ik mij ook aandachtig verhoud tot de kamerlinde binnen en alle planten en bomen buiten.”Het staande volk” noemen wij die, en we zijn ze een boel dankbaarheid verschuldigd. Zij zorgen immers voor de zuurstof in de lucht, en hun groeisels eten wij. Mijn verwantschap met het stenen- en het staande volk is relatief gemakkelijk te onderhouden. Ze hebben niet veel nodig : een beetje aandacht, een liedje, wat water, dat is het wel zo’n beetje. De verbinding met dieren vraagt wat meer. Zo heb ik krachtdieren. Gidsen die mij in mijn dromen hun vermogens lenen zodat ik kan vervellen, of ver zien, of hoog vliegen. Ieder dier heeft unieke eigenschappen die de mijne versterken, spiegelen of in balans brengen.

Dieren komen altijd precies op het juiste moment om je te vertellen wat je moet weten. De spirits gebruiken dieren om boodschappen door te geven aan ons mensen, die we dreigen te missen omdat we teveel denken. Dit is mijn gedachtegoed en daarom kan ieder dier rekenen op mijn onverdeelde aandacht. Vorige week was er een sprinkhaan in mijn bed (het is november), die sprak over grote griezelige sprongen voorwaarts. Ik heb ook een reebok in de huiskamer gehad. Als een mug mij prikt wens ik hem deemoedig “eet smakelijk”.

Des te opmerkelijker is het wanneer je mij gadeslaat als ik hond ontmoet. Ik kan niet goed uit de voeten met hond. Ik denk dat dat komt omdat hond zoveel nodig heeft van de mens. Na de puppycursus wacht hij de rest van zijn hondenleven tot zijn baasje zegt wat hij moet doen. De hond moet veel :”Zit!” en Äf!” en “Dood!” en “Hierrrr!!”

Ik mag graag door het bos rennen. Dat is goed voor mijn conditie en mijn innerlijke rust. Soms kom ik daarbij hond tegen. Mijn rennen inspireert de hond om hard blaffend achter me aan te komen, de scherpe tanden op dijhoogte. “Hij doet niks hoor!”roept zijn baasje van verre. Maar ik vind het niet niks. Misschien denkt de hond dat ik geboefte ben die zich uit de voeten maakt. Zo te zien is de hond even zwaar als ikzelf, alleen heeft hij veel meer tanden. Ik word daar bang van, maar dat mag niet van het baasje, want :”dat voelt de hond!!”

Dat is de omgekeerde wereld. Het beest rent met tanden en al achter mij aan en dat voel ík, zo zijn de kaarten geschud. Als de hond niet tegen bange mensen kan, dan moet de hond de mensen niet bang maken! Wat bezielt dat baasje ook om zo’n door mensen bedacht ras ter grootte van een kalf door het bos te slepen?

Dan herinner ik mij die andere spirituele wet: de hond weerspiegelt natuurlijk een latente, in mij huizende angst! Voor volgzaamheid of voor ontaarding of zo. Iets om over na te denken. Dank je wel hond.